Geschreven door 17:54 Boeken, Slider

Innerlijk huis tegen uiterlijke bouwvalligheid

Het middeleeuwse traktaat De interiori domo (de innerlijke woning) is een verrassend werk om in deze tijd te lezen. Ik las de hedendaagse vertaling Thuis – inkeer en de vorming van het geweten op de plek waar het idee van vertalen ontstond. De vertaling is namelijk de uitwerking van een impuls van abt Alberic Bruschke die destijds nog verbleef in Abdij Sion – Diepenveen. Nu, enige jaren later, is het resultaat er in de vorm van het boek Thuis en mag ik het tijdens een kloosterweekend voor u lezen.

Door: Nick Everts

Het boek laat zich gemakkelijk lezen en herlezen. Na een korte noot van de vertalers volgt een inleiding en een tiental hoofdstukken die de context en de betekenis van het werk schetsen. Het grootste gedeelte van het boek bestaat echter uit het vertaalde traktaat en is rijkelijk voorzien van voetnoten. De totale omvang kent 144 bladzijden exclusief handige registers. Het is uitgebracht als hardcover met leeslint bij uitgeverij Damon in de serie ‘Middeleeuwse Monastieke Teksten’.

De interiori domo kan gezien worden als een bestseller in zijn tijd. Zo zijn er een paar honderd Latijnse en twintig volkstalige handschriften. De vele variaties en de bundels waarin het traktaat opgenomen is, laten zien dat het werk uitvoerig werd gelezen, gekopieerd, vertaald en bewerkt. Het onderwerp heeft kennelijk aangesloten bij de belevingswereld en zoektocht van de mensen in de twaalfde eeuw.

Centraal uitgangspunt van het traktaat is de gedachte dat gewetensonderzoek cruciaal is om met God in het reine te treden. De middeleeuwer zag zich geconfronteerd met een Alwetende God. Uiterlijke schijn hield voor deze God geen stand. Het project van zelfonderzoek dat het traktaat voorstaat, wordt daarom meteen al in de eerste regels gegeven:

“Dit huis waarin wij wonen dreigt aan alle kanten in te storten. Omdat het binnenkort zal vallen, moeten we daarom een ander huis bouwen. Laten wij ons dus naar binnen keren en ons geweten aan een zorgvuldig onderzoek onderwerpen.”

Op zich is het niet uniek om in een middeleeuws traktaat een pleidooi voor verinnerlijking te vinden. Het bijzondere ligt in de specifieke functie en betekenis die het geweten daarin krijgt. Door gewetensonderzoek komt de mens tot ‘mede-weten’ van Gods weten van begane fouten en schuld. Het geweten wordt daarbij als voorgesteld als een innerlijk huis en een boek op basis waarvan het finale oordeel geveld zou worden.

Om God woning te laten houden in de innerlijke mens, is het van belang om het geweten te zuiveren. De weg hiertoe is doormiddel van erkennen en belijden van je tekortkomingen. Volgens het traktaat  is het bevrijdend om de eigen fouten te erkennen en zo op te biechten. Je moet er als het ware doorheen en inzien dat je afhankelijk bent van de barmhartigheid van God. Alleen zo kan er in je ruimte komen voor God die zijn woning in jou neemt.

Naast een woning wordt het geweten voorgesteld als een boek. Om dit te begrijpen is het van belang te weten dat de schrijver twee boeken onderscheidt, namelijk het gewetensboek en het levensboek. In het levensboek wordt alles wat de mens doet bijgehouden. Het gewetensboek is de uiteindelijke versie van het levensboek op basis waarvan men beoordeeld (of geoordeeld) zal worden. In het gewetensboek wordt bijgehouden waarin men tekort is geschoten en in hoeverre men dit tekort erkent of belijdt. Uiteindelijk zal God de mens oordelen op grond van zijn eigen geweten. Via de methode van gewetensonderzoek geloofde de middeleeuwse mens zonder schrik voor God te kunnen verschijnen.

Wat maakt het traktaat interessant om nu te lezen? Dit is een tijd waarin we gedwongen zijn om meer thuis te zijn. Het biedt de mogelijkheid om je te bezinnen, te verinnerlijken. Het traktaat raakt aan het zoeken van innerlijke zekerheid in een tijd dat de buitenwereld in elkaar lijkt te storten. Juist in deze tijd kunnen vergissingen of fouten uit het eigen geweten opspringen. Het traktaat wijst op de bevrijdende weg van het erkennen van tekortkomingen. Via deze methode zou je innerlijk rust en vrede kunnen vinden.

Daarnaast biedt het traktaat een inkijkje in de belevingswereld van de middeleeuwse mens. Voor degene die denkt dat zelfhulpboeken pas recent zijn opgekomen, kan het verrassend zijn om te lezen hoe dit werk eigenlijk onderdeel uitmaakt van een soortgelijk genre. Tijdens het lezen kun je je voorstellen wat de uitwerking op de mensen in de middeleeuwen zou kunnen zijn. Zeker als je je beseft dat het traktaat een bestseller was, biedt het een inkijkje in de persoonlijke worstelingen van toen.

Dit brengt me op het punt waarom je het niet zou moeten lezen. Voor veel hedendaagse lezers zal het Gods- en mensbeeld afstaan van de dagelijkse beleving. Dat erkennen de vertalers ook. Daarom zou ik het niet aanraden aan mensen voor wie het lastig is zich te verhouden tot een ander Gods- en mensbeeld. Ook zou ik het niet aanraden aan mensen die opgegroeid zijn met een te zwaar zonde- en schuldbesef. Voor mensen die te hard over zichzelf oordelen, zou de uiteindelijk bevrijdende boodschap aan het zicht onttrokken kunnen worden.

Het traktaat eindigt met een hoofdstuk over het grote goed van contemplatie. Uiteindelijk leidt de weg van inkeer tot het vinden van een diepe vreugde die het leven van alle dag overstijgt. Ik zou elke lezer gunnen dat die diepe vreugde in hem of haar woning vindt.

Voor de boekgegevens of om het boek te bestellen: klik hier.

Nick Everts is monastiek pionier Stadsklooster Groningen en oecumenisch theoloog

(Visited 119 times, 1 visits today)
Sluiten