Op 23 september 2021 vindt eindelijk de langverwachte opening plaats van het geheel vernieuwde gastenverblijf en stiltecentrum van de Sint-Willibrordsabdij in Doetinchem. Na een verbouwing van ruim twee jaar werd in november 2020 het project afgerond. Maar nadat slechts een handjevol gasten had kunnen genieten van de stilte en de gastvrijheid van de benedictijnen kwam de tweede lockdown en ging de boel op slot. Tot twee keer toe werd de officiële opening uitgesteld: nu zullen abt Henry Vesseur van de Willibrordsabdij en abt Bernardus Peeters, als voorzitter van de KNR, in september dan toch de Abdijhoeve Betlehem officieel inzegenen. Ondertussen worden er alweer mondjesmaat gasten ontvangen. En ook de redactie van het KNR-Bulletin kreeg een uitgebreide rondleiding van een trotse en dankbare abt.
Tekst en foto’s: Erica op ’t Hoog
Zoals meer kloostergemeenschappen, moesten de benedictijnen van de Sint-Willibrordsabdij in Doetinchem zich enkele jaren geleden gaan bezinnen op de toekomst en op nieuwe manieren om in het levensonderhoud te blijven voorzien. Abt Henry: “Zo’n veertig jaar geleden zijn we voorzichtig begonnen met een klein gastenverblijf en het geven van meditaties en stilteretraites. Maar de belangrijkste bronnen van inkomsten waren toen een stierenmesterij, een microfiche-bibliotheek en een paramentenatelier. De ontvangst van gasten hoort natuurlijk bij onze benedictijnse spiritualiteit en dat deden we ook. Maar we zagen dat niet, om in economische termen te spreken, als verdienmodel. Er was een mooie meditatiezolder boven de stallen en er waren enkele gastenkamers.”
In het midden van de jaren ’90 van de vorige eeuw kwam er een belangrijke wending. Met de toenmalige regelgeving in de landbouw was het niet langer rendabel om de stierenmesterij te handhaven, zeker omdat schaalvergroting op het landgoed Slangenburg waarop we wonen niet mogelijk was. Ook de vraag naar microfiches en paramenten liep hard terug. Een deel van de stallen werd daarom verbouwd tot stiltecentrum met achttien logeerkamers. Maar alleen dit bescheiden stiltecentrum zou niet genoeg opbrengen om de gemeenschap te kunnen onderhouden. Met alle broeders en met enkele adviseurs uit onze kring van oblaten zijn we gaan nadenken over andere mogelijkheden. Een brouwerij of een appelciderstokerij vielen af. Het vraagt te veel specifieke kennis en risicovolle investeringen. Uiteindelijk is besloten ons te concentreren op het gastenverblijf en vormingswerk. Daar hadden we immers al ervaring mee opgedaan en een goede naam mee verworven. Voordeel is ook dat onze broeders met verschillende kwaliteiten en talenten zich hier voor allerlei taken kunnen inzetten zonder een al te zeer gespecialiseerde opleiding. En er blijkt in deze tijd in onze maatschappij heel veel vraag te zijn naar stilte en bezinning. In ons bestaande gastenverblijf ontvingen we een paar duizend gasten per jaar, maar moesten we ook vaak ‘nee’ verkopen.”
Groot project
Daarom werd besloten de overige leegstaande stallen om te bouwen en daarmee het stiltecentrum te vergroten. “Het oude centrum werd niet altijd efficiënt gebruikt,” licht abt Henry toe. “We konden maximaal achttien gasten ontvangen, maar groepen zijn meestal kleiner. Dus stonden er vaak kamers leeg. En meerdere groepen tegelijk ontvangen was niet mogelijk. Volgens onze econoom lag de bezettingsgraad onder de 50%.” Door de stallen en schuren die in de andere vleugel van de oude hoeve lagen te verbouwen tot gastenkamers met een eigen gebedsruimte, eetzaal en een conferentiezaal, kunnen we nu twee groepen van max. 21 personen tegelijkertijd ontvangen, zonder dat deze elkaar storen. Alle kamers hebben douche en toilet omwille van de privacy van de gasten. Ook moest een eigen keuken worden ingericht die voldoet aan de nieuwste eisen.”
Het hele project vroeg om een enorme investering, de kosten kwamen op zo’n 3,5 miljoen euro. Tot grote vreugde van de abt was de provincie Gelderland bereid om hiervan een aanzienlijk deel, zo’n 1,2 miljoen, te subsidiëren in het kader van de restauratie, herbestemming en verduurzaming van het religieuze erfgoed. Zowel de abdij als de hoeve en het deel van het landgoed, dat eigendom is van de abdij, zijn (gemeentelijke) monumenten. Ook werd bij de KOS aangeklopt. “Dat was voor de tweede keer in korte tijd. In 2012 kwam er een nieuw bouwbesluit en bleek dat er de nodige aanpassingen nodig waren in de abdij zelf, omdat we niet meer aan de nieuwe strengere eisen voldeden. Toen hebben we geïnvesteerd in het bij de tijd brengen van de eigen ruimtes van de broeders en in de verduurzaming van de abdij. We hebben een veld met zonnepanelen aangebracht en een nieuwe houtversnipperaar en hoogrendementsketel voor de verwarming. Deze stoken we met hout uit onze eigen productiebossen. Gelukkig besloot de KOS ook nu positief en waren er enkele andere religieuze instituten die, via de KOS, wilden investeren in ons nieuwe stiltecentrum. Daarnaast waren er nog andere sponsoren zodat de investering die we zelf nog moesten doen haalbaar was.”
In 2018 is gestart met de verbouwing, die uiteindelijk twee jaar duurde. Het interieur van het nieuwe deel kreeg een eigentijds uiterlijk. Eenvoudig en strak, waarbij enkele oude elementen zichtbaar bleven. Hier en daar werden ook de oude kloostermoppen gebruikt en zijn de balken van de hooizolder in het zicht gebleven. Voor deze uitvoering tekende het bureau van Boerman Kreek Architecten uit Steenderen. “De bouwvakkers die hier bezig waren hebben zich daar echt voor ingezet. Met veel creativiteit en vakmanschap, hebben ze oplossingen gezocht. Tussen de eetzaal en de conferentiezaal is op advies van de aannemer een inschuifbare wand gekomen, zodat er één grote ruimte kan ontstaan. Ook is er een multifunctionele ruimte gekomen die dienst kan doen als kapel en meditatie- of yogazaal.” Een van de grote glazen puien is versierd met een prachtig glas-in-loodwerk, geschonken door een van de gastvrouwen. Ook hangt er een mooi aardewerk kruisbeeld. “Dat is gemaakt door de stichteres van het Liobaklooster in Egmond. Haar naam staat op de achterkant. Het hing in de kamer van de vorige abt, maar komt hier veel beter tot zijn recht.”
Daarnaast hebben de kamers in het al bestaande deel van de abdijhoeve een opknapbeurt gekregen en zijn deze voorzien van nieuw meubilair. De bestaande meditatiezolders zijn gebleven. “Dit deel van het gebouw heeft wel een andere uitstraling. Destijds is meer gekozen voor een wat klassiekere ‘kasteelsfeer’, met bewerkte lambriseringen en andere kleuren. Dat hebben we, mede om kosten te besparen, wel behouden en alleen opnieuw geschilderd.”
Die kasteelsfeer komt voort uit het kasteel Slangenburg dat op het landgoed staat waar ook de abdij op ligt. Dit kasteel diende in de eerste jaren van de stichting van de abdij in 1945 als huisvesting. In 1948 is begonnen met de bouw van de huidige abdij. “Het kasteel is aanvankelijk als gastenverblijf gebruikt voor vrouwelijke gasten van de abdij en voor familieleden. In de loop der jaren groeide het uit tot een gastenhuis voor mensen die op zoek zijn naar rust en bezinning. We huurden dit van de overheid voor een lage prijs en het werd zonder winstoogmerk geëxploiteerd. Maar nadat dit pand in 2016 was overgegaan in andere handen werd de huur met 500% verhoogd. Dit vereiste een ander beheer en was voor ons aanleiding om de bestuurlijke banden te verbreken. Lange tijd was de abt qualitate qua lid van het bestuur, maar daar ben ik enkele jaren geleden uitgestapt. Nu is die bestuurstaak overgenomen door enkele van onze oblaten. Er zijn nog wel banden met Slangenburg, mensen die daar verblijven komen naar
onze vieringen en soms willen ze een pastoraal gesprek met een van de broeders. Slangenburg is vooral bedoeld voor individuele gasten. Abdijhoeve Betlehem is uitsluitend gericht op groepen.”
Drie pilaren
In de toekomstplannen was het centrum gericht op drie pilaren: meditatie, vorming en studie. Meditatie is al decennialang een belangrijk onderdeel van het gastenwerk. Er wordt daarbij samengewerkt met verschillende organisaties die in het stiltecentrum met groepen komen voor (zen-)meditaties en stilteweekenden. Ook organiseren de broeders, al dan niet met medewerking van mensen van buiten, (o.a. pater Kees van den Muijsenberg ofm cap), zelf dergelijke activiteiten.
Ook de vormingspilaar is belangrijk. “We ontvangen groepen uit bisdommen en parochies, alsook uit Protestantse gemeenten, voor bezinning en toerusting. Avicenna (Academie voor leiderschap) organiseert hier regelmatig leiderschapstrainingen waarbij ook de regel van Benedictus een rol speelt. Daar komen vaak CEO’s van grote bedrijven en managers vanuit de overheid voor. Ikzelf ben daar ook als docent bij betrokken, evenals broeder Thomas Quartier en een van onze oblaten, Wil Derkse. Verder ontvangen we verschillende onderwijsinstellingen die hier retraites voor hun medewerkers houden.
De pilaar studie is op dit moment wat minder groot. Er vinden hier studieweken plaats voor novicen en kleingeprofesten van het samenwerkingsverband van benedictijnen en trappisten. Verder zijn er regelmatig studentengroepen in huis van universiteiten en hogescholen.
We staan open voor samenwerking met andere instellingen, zoals het TBI. En we bieden ook graag ruimte aan kapittels van congregaties voor hun onderling overleg.”
De keuze voor het uitbouwen van het gastenwerk, ging niet zonder slag of stoot. “Ik heb veel met alle broeders gesproken. Sommigen waren in eerste instantie wat terughoudend. Bang dat het te veel impact zou hebben op het contemplatieve karakter van onze gemeenschap. Maar gastvrijheid is een belangrijk onderdeel van de benedictijnse spiritualiteit. Hoofdstuk 53 uit de Regel van Benedictus luidt kort samengevat: ‘Ontvang elke gast alsof het Christus zelf is. Als er een gast komt, moeten de abt en alle broeders hem verwelkomen, zijn voeten wassen en hem te eten geven.’ Dat voeten wassen, doen we natuurlijk niet meer, daarvoor hebben ze nu een eigen douche op de kamer,” zegt de abt lachend. “Maar als groepen komen zit er altijd een van ons aan de receptie om hen welkom te heten. Dat wordt enorm op prijs gesteld, het laat de band tussen het centrum en de abdij ook zien. Ieder van ons heeft wel een taak in het centrum ofwel in praktische zin of meer inhoudelijk.
Daarnaast hebben we enkele mensen in dienst voor met name de coördinatie, onderhoud en schoonmaak. Met 36 kamers is het op de wisseldagen, vaak vrijdag en maandag, hard werken voor ze. En tenslotte hebben we een grote groep vrijwilligers die als gastheren en gastvrouwen de groepen bijstaan.”
Basis voor de toekomst
Wat de toekomst betreft is de abt vol vertrouwen, hoewel hij vele slapeloze nachten heeft gehad gedurende het bouwproces. “Ik heb me echt regelmatig afgevraagd of we wel de goede keuze gemaakt hadden. Zeker omdat we in die periode ook van twaalf naar acht broeders teruggingen. Dat heeft uiteraard impact op de gemeenschap. Maar er is altijd sprake van een golfbeweging. Toen ik, na twintig jaar als benedictijn in Vaals geleefd te hebben, besloot naar hier te komen, waren er vijf broeders van gemiddeld 75. Toch straalden zij een kracht en vitaliteit uit en keken vol vertrouwen naar de toekomst. Ik voelde me hier thuis. Na mij kwamen er meer jonge broeders bij en groeiden we uit tot twaalf. Het vertrek van vier broeders, om verschillende redenen was een lastige periode. We hebben nu een aantal communiteitsgesprekken gevoerd onder externe begeleiding. Dat heeft goed gedaan en ik heb het gevoel dat de groep weer hechter is geworden. Op dit moment ben ik, heel voorzichtig, in gesprek met een mogelijke kandidaat. Je moet altijd veel energie stoppen in de begeleiding en vorming van nieuwelingen en je weet nooit of het uiteindelijk blijvend is, maar het is de moeite waard. Het blijft altijd het werk van een zaaier, die niet de garantie heeft dat de oogst goed zal zijn. Maar met de communiteit die we op dit moment hebben en het vernieuwde stiltecentrum hebben we een mooie basis, waarin het zaad kan kiemen. Voor de rest moeten we vooral blijven vertrouwen op God.”
Bovenstaand artikel/interview is met toestemming overgenomen uit KNR Bulletin nr. 2 (juli) van 2021.
Wat een geweldig verhaal! Allereerst mijn hartelijke felicitaties met het tor stand komen van de abdijhoeve Bethlehem en ik wens een ieder daar in de toekomst inspirerende momenten toe. Ik heb ruim 10 jaar geleden een aantal weekends doorgebracht in de oude gastenverblijven en werd ook enorm gegrepen door de gastvrijheid van de broeders en de Benedictijnse spiritualiteit zelf. Het heeft me nooit meer los gelaten. Ik blijf graag op de hoogte van hetgeen er georganiseerd gaat worden in de toekomst maar mogelijk moet ik me dan tot een andere instantie wenden.
Dag Anneke, voor meer info mag je altijd een mail sturen naar reserveringen-abdijhoeve@willibrordsabdij.nl
Graag tot ziens in de Abdijhoeve!
Groet,
Marianne